Zorgen doen we samen

13 november 2025
- nieuws

Twee pleegmoeders in gesprek met wethouder Mischa Peters

In het kader van de Week van de Pleegzorg sprak wethouder Mischa Peters (Jeugd, Onderwijs en Inclusie) met twee Culemborgse pleegmoeders. Een gesprek over zorgen, loslaten en volhouden – en over hoe liefde en systeem soms moeilijk samengaan.

Een veilige plek om te groeien

Nederland telt zo’n 16.000 pleeggezinnen. Zij bieden kinderen een veilige plek wanneer dat thuis (tijdelijk) niet lukt. De behoefte aan stabiele pleeggezinnen is groot: waar twintig jaar geleden nog één op de 21 kinderen met jeugdzorg te maken had, is dat nu één op de zeven. Achter die cijfers schuilen persoonlijke verhalen van gezinnen die hun hart openstellen – soms voor even, vaak voor altijd.

In de kamer van de burgemeester van het gemeentehuis in Culemborg zitten twee vrouwen tegenover wethouder Mischa Peters. De sfeer is open, met koffie en koekjes. Het gesprek is onderdeel van de landelijke Week van de Pleegzorg, waarin extra aandacht wordt gevraagd voor pleegouders en de uitdagingen die bij hun rol horen.

Pleegzorg is meer dan zorgen voor het kind

Al achttien jaar zorgt Agnes* (61) samen met haar man voor hun nichtje – het tweede kind van het zusje van haar echtgenoot. Toen het meisje drie maanden oud was, kwam ze in hun gezin wonen. “We hadden zelf twee kinderen van tien en twaalf. Toen mijn schoonzusje weer zwanger werd, zei ik tegen mijn man let maar op,dit wordt ons derde kind.”

In de loop der jaren zag ze de pleegzorg veranderen. “Toen wij begonnen, wisten we nauwelijks wat onze rechten en plichten waren. Tegenwoordig is dat beter geregeld. We hebben altijd steun gehad van instanties, en jarenlang dezelfde begeleider – dat is echt een luxe. Maar je moet zelf alert blijven in het proces.”

Haar verhaal laat zien hoe complex netwerkpleegzorg kan zijn, zeker als de biologische familie dichtbij is. “De moeder van mijn pleegkind bleef betrokken, soms op een manier die spanning gaf. Bureau Jeugdzorg was voor ons een buffer in die omgang. Zonder die tussenlaag was het moeilijk geweest.”

Toen het meisje veertien werd, besloot ze zelf minder contact met haar moeder te willen. Sinds dien ziet ze haar twee keer per jaar. Inmiddels is ze achttien, slim en gevoelig, met een vorm van autisme. “Ze volgde een ICT-opleiding, maar het ging niet omdat er te veel prikkels zijn. Soms denk ik dat ze over tien jaar nog bij ons woont.”

“Pleegzorg is meer dan zorgen voor het kind. Alles in je gezin draait erom. Onze eigen kinderen moesten veel inleveren, maar hebben ook veel geleerd. Dat doet iets met de dynamiek, maar je doet het omdat het nodig is.”

Je kunt je niet níet hechten

Acht maanden geleden werden Tessa* (39) en haar man vrij plotseling pleegouders van twee zussen van negen en zes jaar oud. “We zaten nog midden in het traject om pleegouders te worden. Toen kwam het telefoontje: er zijn twee meisjes die nú een plek nodig hebben. Drie dagen later stonden ze met hun spullen op de stoep.”

De meisjes waren uit huis geplaatst vanwege verwaarlozing. De oudste had jarenlang voor haar zusje en broertje gezorgd. Het broertje woont in een ander pleeggezin. “Ze zijn cognitief heel sterk, maar emotioneel functioneren ze soms als peuters. Als dingen niet gaan zoals zij willen, kan dat ontploffen.” Het stel heeft geen eigen kinderen. “We wilden altijd al zorgen voor kinderen die een veilig thuis nodig hebben. Maar de werkelijkheid is soms ingewikkelder. We hadden gehoopt op een rustig opbouwproces, maar door de situatie kwam alles tegelijk.”

De begeleiding liet te wensen over. “We hebben in acht maanden tijd drie of vier begeleiders gehad. Steeds nieuwe gezichten, en vaak zaten mensen ziek thuis. Als wij niet aan de bel trekken, gebeurt er niks.”

Ondanks alles twijfelt ze niet aan hun keuze. “Je kunt je niet níet hechten. Je leeft 24 uur per dag met ze, je deelt alles. Ze horen erbij. Maar het kost energie. Mijn hele week staat in het teken van pleegzorg. Toch zou ik het weer doen.”

Systeem en werkelijkheid

De wethouder luistert aandachtig en stelt de pleegouders allerlei vragen over hun ervaringen. Ze hoort over de bureaucratische knelpunten waar beide vrouwen tegenaan lopen: de geboorteplaats van het kind bepaalt welke gemeente verantwoordelijk is, en dat zorgt voor versnippering in de hulpverlening. Meestal worden de pleegkinderen namelijk in een andere gemeente opgevangen dan waarin ze geboren zijn.

“Dat maakt het voor ons als gemeente ook ingewikkeld,” zegt Peters. “We willen betrokken zijn, maar zitten door landelijke regels soms letterlijk buiten het systeem.” Beide pleegmoeders knikken. Ze ervaren dat er veel mensen betrokken zijn – gezinsvoogden, gedragswetenschappers, begeleiders – maar dat niemand echt overzicht heeft. “Er zijn wel twintig mensen bezig rond ons gezin,” zegt Tessa. “Maar op cruciale momenten is er niemand.”

De wethouder herkent dat beeld. “Pleegzorg vraagt veel van gezinnen, maar ook van de professionals die hen moeten ondersteunen. Landelijk zien we een tekort aan medewerkers en veel verloop. Dat legt druk op de continuïteit. En dat raakt de kinderen direct.”

Zoeken naar verbinding en verbetering

Toch zijn er ook hoopvolle ontwikkelingen. Zo is er het Mockingbird-model, een initiatief waarbij pleeggezinnen in kleine netwerken samenwerken en elkaar ondersteunen. Op dit moment wordt Mockingbird nog niet aangeboden in gemeente Culemborg.

Ze benadrukt dat gemeenten samen met pleegzorgorganisaties willen blijven zoeken naar manieren om gezinnen beter te ondersteunen. “We kunnen niet alle landelijke knelpunten oplossen, maar we kunnen wel zorgen dat pleegouders zich gezien en gehoord voelen. En dat begint met luisteren – zoals vandaag.”

De kracht van blijven zorgen

De wethouder doorbreekt een stilte aan het einde van het gesprek. “Ik heb bewondering voor wat jullie doen. Pleegouders zijn geen verlengstuk van het systeem, ze zijn de basis van een veilig thuis. En dat mogen we nooit vanzelfsprekend vinden.”

De ontmoeting maakt duidelijk hoe groot de kracht, maar ook de kwetsbaarheid van pleegzorg is. Achter elk jeugdzorgdossier schuilt een uniek verhaal van pleegouders, pleegkinderen, biologische ouders en specialisten.

*de namen van de pleegmoeders zijn gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de gemeente.